dinsdag 13 juli 2010

Touwtrekken of op excursie?


Deze week werd ik wederom bevestigd in het feit dat vrijetijdsondernemers een behoorlijke dosis kennis van ruimtelijk juridische zaken moeten hebben. Ik verzorgde de inleiding van een kennismiddag bij Hekkelman advocaten in Arnhem met als doelgroep: eigenaren van kampeer- en bungalowparken en gemeenteambtenaren. Hierbij ging het om de vraag: hoe moeten recreatieondernemers en ambtenaren omgaan met de WABO (wet die 25 regelingen samenbrengt in één omgevingsvergunning)? Het resultaat van de middag was een kijkje in de rijke wereld van ruimtelijk juridische kennis: bouwvergunningplicht, permanente bewoning, vergunningverlening, handhaving, etc.

In mijn inleiding introduceerde ik het vakantiepark van Jan & Joset; een middelgroot vakantiepark met 300 eenheden (kamperen, vaste gasten en verhuuraccommodaties). Het recent verschenen impactmodel (www.zka.nl/impactmodel) berekent dat dit vakantiepark voor €1,3 miljoen aan bestedingen in locale horeca en detailhandel zorgt. Daarnaast zorgt het park voor indirecte werkgelegenheid in de omgeving van maar liefst 18 fte!
Om een toekomstgerichte stap te zetten is het vakantiepark genoodzaakt om 5 ha. uit te breiden. Het bedrijf wordt over een paar jaar overdragen aan de oudste dochter van de eigenaren. Daarom hebben Jan & Joset een natuurterrein gepland met 135 CO2-neutrale hooibergen. De gemeente is echter terughoudend over de uitbreidingsplannen en het echtpaar is na acht jaar knokken, volledig murf van alle bestemmingsplanprocedures.

Tot nu hebben de gemeente en met name Jan zich laten verleiden tot planologisch getouwtrek. Gelukkig kunnen ze het nu, door de komst van het impactmodel, eindelijk met elkaar over de sociaal-economische impact van het bedrijf en de leefbaarheid van hun regio hebben. De verhuur van 135 hooibergen levert maar liefst 14 fte extra werkgelegenheid in de omgeving op en zorgt voor €2,5 miljoen extra bestedingen in de locale middenstand. De discussie verschuift zodoende naar datgene wat de ondernemer en de gemeente bindt.

Ik heb gemeenteambtenaren verleid om óók eens door de sociaal-economische bril naar uitbreiding van recreatiebedrijven te kijken. Deze bril laat een totaal andere wereld zien. Want wat zou het mooi zijn dat vrijetijdsondernemers geen studie planologie nodig hebben om de gemeente te overtuigen van noodzakelijke structuurversterking.

De slotsom voor Jan & Joset: als de wil er is, kan zelfs het meest krachtige slot van de gemeente geopend worden. Aan deze ondernemers het advies om een verrassende excursie voor gemeentelijke politici te organiseren. RECRON helpt ze hier graag bij.

Lang leve het impactmodel!