dinsdag 13 april 2010

Column: Van winterblues naar lentekriebels

Wat een winter hebben we achter de rug! Het heeft zeker vijf keer royaal gesneeuwd hier in Limburg en de grond was lange tijd keihard. Het voordeel van het barre weer was natuurlijk wel dat er flink geschaatst kon worden. Helaas is het niet tot een Elfstedentocht gekomen maar ‘onze olympiërs’ zorgden in Vancouver voor veel ijsplezier en sleepten zes schaatsmedailles in de wacht. Niet alleen het weer was bar en boos. Ook de politiek kende roerige tijden. Na weken van onrust trok de PvdA dan toch de stekker uit het kabinet. En zo kwam er ook een einde aan Balkenende IV.

Op onze recreatiebedrijven hebben we het nog steeds te stellen met de winter 2009/2010. Door het slechte weer liggen veel bedrijven achter op de planning en komt de opening van het seizoen in het gevaar. Bedrijven die deze winter investeerden in bouwprojecten of infrastructuur kwamen in de problemen. Bouwvakkers hebben nog nooit zoveel ‘ijsvrij’ gehad als de laatste paar maanden en deadlines komen in het gedrang.
Vandaag kijk ik naar buiten en een voorzichtig zonnetje komt tevoorschijn. Heerlijk, je hoort weer vogels fluiten en je kunt de lente al bijna ruiken.

Eigenlijk gaan we helemaal nog niet zo’n slechte tijd tegemoet. We mogen opnieuw naar de stembus omdat we in een prachtig democratisch land wonen. Dit biedt weer nieuwe kansen, ook voor toerisme en recreatie! Tevens bereiken de berichten over de herstellende economie ons. Dit jaar wordt een jaar waarin het binnenlands toerisme verder aantrekt. RECRON deed onderzoek onder haar leden en bracht een rapport uit, waaruit bleek dat de vraag naar verblijfsaccommodatie toeneemt. Het CBS bevestigt dit bericht. In 2009 deden we het als sector vier procent beter dan voorheen.

Hopelijk brengt de paashaas ons in 2010 ook vier procent meer omzet. Dat zou wat mij betreft definitief een einde maken aan de winterblues en plaats maken voor nóg meer lentekriebels.

Jeske van Gerven

Column: Worden kleine meisjes groot?

In mijn professionele leven ben ik meestal de jongste. Ook nu: van de drie columnisten die voor deze nieuwe rubriek schrijven, ben ik weer de jongste. En bijvoorbeeld tijdens een presentatie van vier studenten dacht men dat ik de vijfde student was.

Maar laat ik beginnen bij het begin. In een eerste column dien je jezelf voor te stellen. En ik houd me graag aan de regels.

Zesentwintig jaar geleden zag ik het levenslicht. Ik groeide op in de speeltuin van Recreatiepark BreeBronne. Toen de speeltuin te klein werd zette ik mijn eerste stappen richting werken in toerisme en recreatie. Op mijn vierentwintigste besloot ik om, naast mijn werkzaamheden voor BreeBronne, een communicatiebureau te starten. Met mijn bedrijf Rode Laarzen ondersteun ik bedrijven op gebied van marketing en communicatie. Ook organisaties die werkzaam zijn in recreatie natuurlijk!

Voor één van mijn cliënten organiseerde ik onlangs een seminar. Toen het onderwerp ‘scholing’ ter sprake komt, keek men onwillekeurig mijn richting uit. Men dacht dat ik student was. Niet dat dit mij beledigde maar ik wil wel serieus genomen worden en ik vind dat ik dat ook verdien. Toch moet ik elke keer voor mijn positie vechten. Voor dit probleem heb ik de oplossing gevonden in de Recron Junior Club. Deze club is immers in het leven geroepen voor jongeren die in toerisme en recreatie werkzaam zijn. De leden lopen tegen dezelfde zaken aan als ik. Sinds 2009 versterk ik het bestuur van de RJC. Dit geeft mij de mogelijkheid om iets terug te doen voor de leden.

RJC-leden zijn pensioengerechtigd wanneer zij dertig jaar worden. En, net als de Tweede Kamer, wil ook het bestuur van de RJC de pensioengerechtigde leeftijd heroverwegen. Als de leden instemmen met het voorstel, zal de maximale leeftijd opgerekt worden naar vijfendertig jaar. Dit betekent dat belangrijke ervaringen die je vaak rond je dertigste opdoet (bedrijfsovername) gedeeld kunnen worden met lotgenoten.

Wat mij betreft bekijken we over negen jaar of de maximale leeftijd opnieuw naar boven bijgesteld moet worden. Want dan moet ik met pensioen. Zal ik op een dag dan niet meer de jongste zijn?

Jeske van Gerven